donderdag 3 mei 2012

Jurassic Park

Vrijdag zijn we terug gekomen van Ocol en waren we eigenlijk van plan om zaterdag naar Chillo te gaan. Chillo is een reservaat dat van de oom van Perico, peter, is. Peter bracht ons naar zijn reservaat en wilde vrijdag in de middag al vertrekken zodat we met daglicht aan zouden komen. Op stellen sprong moesten we boodschappen doen en natuurlijk een douche nemen. Lekker douchen zit er niet vaak in dus als we ook maar even de kans krijgen dan maken we er meteen gebruik van. Om 16.15u waren we bij Peter en zijn we met zijn oude Land Rover van 30 jaar oud richting zijn huis gereden. Onderweg hebben we nog een vriend van hem (Klaus) opgehaald die Archeoloog is. Na een hobbelige rit van 1,5 uur kwamen we bij zijn 2e huis aan. Peter heeft 5 huizen/hutten. Hij heeft één huis in Chachapoyas en op zijn reservaat heeft hij twee huizen en twee hutten. Zijn reservaat begint op ongeveer 1500 meter hoog en eindigt op ongeveer 2900 meter. Zo heeft hij dus onderaan een huis, op 1800 meter een huis, op 2550 meter een hut en bovenaan een hut. Een deel van zijn reservaat noemen ze Jurasic Park omdat er veel fossielen te vinden zijn. We kwamen in het donker aan  en al gauw werd duidelijk waarom hij in daglicht wilde reizen. Net voordat we bij zijn garage aankwamen zagen we een stier de bosjes in springen. Nadat hij zijn auto in de garage had gezet moesten we via buiten naar de poort van zijn huis lopen. Hij zei al dat de stier daar ergens stond maar ik zag niks toen ik de bosjes in keek. Nog geen 10 seconden later kwam die stier achter ons aangerend met z’n dikke hoorns. We begonnen met z’n alle te rennen. Nicola en ik werden zowat door Klaus weggeduwd. Peter bleef redelijk kalm. Gelukkig stopte de stier al snel en konden we gauw naar binnen. Tijdens het eten vertelde Peter over zijn stieren.
In Chachapoyas zou een stiergevecht worden gehouden. Deze stieren, die daar speciaal voor zijn gefokt, werden getransporteerd naar Chachapoyas. Uiteindelijk ging het feest niet door. Het was te duur om ze weer terug te sturen dus heeft Peter ze overgenomen en op zijn grond gezet. Volgens hem zijn het goede waakdieren. Ik snap het helemaal! In het verleden zijn 2 mensen aangevallen en gewond geraakt maar niet overleden. Toen hij dat verteld had begon ik alweer behoorlijk te zweten aangezien wij de volgende dag omhoog moesten tussen deze stieren. 

Na het eten zijn we naar bed gegaan en zijn we de volgende morgen rond 10.00u omhoog gelopen. Volgens hem was het 40 minuten lopen naar de een na laatste hut waar we zouden overnachten. We liepen zijn achtertuin uit en kwamen meteen een groep met koeien en stieren tegen. Peter liep vooruit met z’n machete en joeg ze weg. Eén stier bleef lang staan maar draaide gelukkig ook om. Natuurlijk had ik al gekeken hoe ik het snelste uit hun buurt kon komen. Links van mij was een weide omheind met prikkeldraad waar geen stieren liepen. Ik bleef zo dicht mogelijk bij het hek lopen om er overheen te kunnen springen als het nodig was. Het was een behoorlijk zware klim aangezien het alleen maar stijl omhoog liep en geen stukken tussen zaten om even op adem te komen. Het heeft ongeveer 2 uur geduurd voor we boven  bij de hut waren. De hut had twee ruimtes. Eén ruimte waar we vuur konden maken om op te koken de andere ruimte was een slaapkamer. Hij had daar één groot bed staan van ongeveer 5 bij 2 meter met stro.
We hebben snel wat gegeten en zijn toen verder omhoog geklommen om het gebied te verkennen en te kijken waar eventueel aapjes zitten. Het gebied had meer bos dan St. Antonio. Het eerste reservaat waar we zijn geweest. Toch zat dit in hetzelfde gebied en was het ook niet veel soeps.
Peter heeft veel grotten en vertelde dat er in één grot Oilbirds zitten. Deze grot is ongeveer 150 meter diep en als je er een steen in gooit beginnen de vogels te krijsen. We wilden dit wel zien en horen dus heeft hij ons mee naar de grot genomen. Het was een behoorlijke klim om daar te komen.
Rechts van de grot ligt Jurassic Park. Helaas konden we geen kijkje nemen omdat je een touw nodig hebt om naar beneden te kunnen. We gooide een paar stenen maar hoorden niks. In het midden van de grot en Jurasic Park hebben we gepauzeerd. Peter pakte daar zijn Cocabladeren om er op te kauwen zodat hij weer genoeg energie had om omhoog te klimmen. Terwijl we daar tussen de rotswanden zaten zagen we Aratinga's voorbij komen. We hoorden ze al heel de tijd maar konden ze niet van dichtbij zien. Doordat we behoorlijk schuil zaten kwamen ze dichtbij op de bomen zitten.
Na drie kwartier zijn we weer terug naar de hut gelopen. We hadden geen bos gezien waarvan we dachten dat daar aapjes konden zitten. Als het aan Gijs en mij had gelegen waar we die avond ook niet terug gegaan om te kijken. Nicola was er ook van overtuigd dat er geen aapjes zaten maar toch wilde ze terug om te kijken. Het bos was moeilijk te bereiken dus zijn we boven op de rand gaan zitten om van boven het bos in te kijken. Zoals we hadden voorspel waren geen aapjes te zien.
Rond 19.30u waren we terug bij de hut. We hebben nog even lekker bij het vuur gezeten en zijn toen het bed in gekropen. De volgende dag zijn we om 10.00u terug naar zijn huis gelopen. Dit hadden we wel in 40 minuten gedaan.
In de middag hebben we bij Perico geluncht. Perico’s grond en dat van Peter grenzen aan elkaar. Perico heeft een heel mooi huis waar hij ook kamers heeft gebouwd voor toeristen.
Het is nog niet zo lang af en heeft nog niet zoveel klanten gehad. Hij is bezig met adverteren en hoopt deze zomer meer toeristen te ontvangen.
Na de lunch zijn we terug naar Chachapoyas gegaan en hebben Gijs en ik een tour voor de volgende dag naar Kuelap geboekt. Kuelap is een ruïne uit de Chachapoya tijd dat ouder is dan de Inka tijd. Boven op de berg staat deze ruïne omheind met een grote muur. Kuelap is 700 meter lang en 100 meter breed. Kenmerkend aan de Chachapoya tijd zijn de ronde huizen. Volgens Klaus is Kuelap uit de Chachapoya tijd maar is het niet typisch Chachapoyas. Het is namelijk niet gebruikelijk dat ze een grote omheining maakten maar dat ze in het midden van een stijlen berg hun huizen bouwden. Op deze manier konden ze het goed verdedigen. De tijd van de Chachapoyas was schijnbaar ook een gruwel tijd waarin veel moorden werden gepleegd.
Eergisteren zijn we weer terug naar La Esperanza gegaan. We zouden eerst nog naar Mendosa gaan maar we gaan eerst naar El Torro en dan terug naar Ocol om bij de opening van Perico te zijn. Vanuit daar nemen we de bus naar Mendosa.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten